Wat vind je van de Jacht?
Met genoegen toekijken
Ik ben verbaasd. Volgens een artikel uit EO Visie (nr. 37 | 2015) zijn er christelijke jagers die er stellig van overtuigd zijn: ‘God kijkt met genoegen mee tijdens de jacht’.
“Over welke God heeft men het hier eigenlijk?”, vraag ik me af. Heeft men het hier over die God Die alle leven met zoveel kunde, liefde en wijsheid schiep en zegende? De God Die een wereld schiep, waarin geen dood bestaat? En Die een hemel belooft, waarin geen dood zal zijn? Zou die God met genoegen meekijken hoe Zijn intelligente schepselen met list of geweld naar de laatste vijand, de dood, worden gelokt, gejaagd?
Organisaties en feiten
Als voorbeeld geven de christelijke jagers in het artikel aan dat er teveel ganzen zijn. Zij grazen het land van de boeren kapot en zij verzuren het land met hun uitwerpselen.
Ik erken samen met hen dat ganzen schade kunnen aanrichten. Tot op hoog niveau is deze kwestie drie jaar na het schrijven van dit artikel behandeld door de Raad van State. Men heeft gerechtelijke uitspraken ten nadele van Canadese ganzen in Zuid-Holland bevestigd. Afschieten, daar komt het dus op neer. Het mag!
Heeft men dan geen andere opties dan dit? De Faunabescherming vond en vindt van wel. Maar volgens de christelijke jagers “kunnen ze dat wel roepen, maar de feiten wijzen anders uit”. Reden dus voor nog meer wetenschappelijk onderzoek met betrekking tot alternatieven, lijkt mij. En ook om te ontdekken of die feiten waar de jagers aan refereren (welke, trouwens?) wèl waterdicht zijn.
Ontzag voor de natuur
Een van de jagers geeft aan dat hij ontzag heeft voor de natuur, juist doordat hij dieren, die hij heeft zien opgroeien, doodt. “Wat een merkwaardige argumentatie!”, denk ik. Waarom wachten totdat je kunt doden, als men de nesten ook kan leeghalen. Medewerkers van de gemeente Oegstgeest deden dit in de zomer van 2014 en met succes: de ganzenstand stagneerde. OK, geen diervriendelijke optie, maar het andere is nog merkwaardiger: eerst de dieren het leven gunnen om hen daarna te verwijten dat ze met te veel zijn. Om daarna een goede reden te hebben om te doden.
De jagers bevestigen zo het vermoeden dat men deze dieren met opzet eerst laat opgroeien, zodat zij later voor faunabeheer en misschien ook voor de kick gedood kunnen worden. Lees het slot van het artikel:“… pakt een mes, trekt de veren van de ganzenborst en snijdt vakkundig het vlees van het borstbeen. Twaalf rode filetjes liggen op tafel naast zijn groene jagerspet. Zijn ogen glimmen: “Dit is toch wonderlijk mooi. Dichter bij de oorsprong van vlees op je bord zal je niet komen.” Einde citaat.
Gedegen Bijbelkennis
Terwijl ik het artikel voor een zoveelste maal lees, komt bij mij het vermoeden op dat de christelijke jagers gedegen Bijbelkennis hebben. Ik vraag me daarom af of men zou kunnen instemmen met de idee dat deze onschuldige gevederde dieren op deze wijze dubbel slachtoffer zijn van de zondeval van de mens. Want pas na de zondeval is de dood op aarde gekomen en daarmee ook de keuze voor het bewust kunnen en willen doden van een ander (in dit geval: ganzen die men met lokroepen in de val laat lopen). Dat lijkt me al met al weinig reden tot trots, eerder reden tot droefenis.
Ook in de denktank van een uitzending van EO-Nieuwlicht over de jacht probeer ik christelijke jagers echt te volgen, maar ik blijf steeds hangen op deze vragen:
1) De mens krijgt van de Here de opdracht om te heersen (heer te zijn). Maar hoe kan dit ooit een Bijbelse reden zijn voor jacht en afschot? God deed deze uitspraak in Genesis 1 toen er nog geen dood op aarde was. Dus het ‘heer zijn’ kan toch niet te maken hebben met abrupt een einde maken aan levens, hoe “weidelijk” je het ook meent?
2) In de dialoog over jacht en afschot wordt regelmatig Genesis 35 aangehaald, ‘het bewerken van de aardbodem’: de akkers en weilanden van de boeren. Wat echter het bewust en moedwillig doden van dieren door stalen kogels uit moderne vuurwapens met het bewerken van de aardbodem te maken heeft, blijft voor mij een raadsel. Wie heeft een idee?
Dan Nimrod, identificatiefiguur van de christelijke jagers
De christelijke jagers lijken in Nimrod een rolmodel te zien. Een van hen zegt namelijk in het artikel van 2015: “In de Bijbel wordt ook expliciet gejaagd. Over Nimrod staat geschreven dat hij een geweldig jager voor het aangezicht van God was. Dat betekent niet dat God het fantastisch vond hoe goed hij kon jagen, maar dat Hij meekeek. Zo moet je omgaan met de schepping: of je nu een boer bent of jager, werk altijd in het besef dat je het voor het aangezicht van God doet”.
Dit klinkt mooi, maar staat dit er ook zo, daadwerkelijk?
“Voor het aangezicht des Heren … “Wat betekent dit? Dat is natuurlijk de grote vraag.
Als we het Hebreeuws (de grondtekst van Genesis) erop na slaan, ontdekken we dat dit echter niet betekent ‘dat God meekijkt’ en al helemaal niet ‘dat Hij met genoegen meekijkt’. Dit soort uitleggingen valt onder de noemer inlegkunde, of te wel: lezen wat men graag wil lezen. “Voor het aangezicht des Heren” betekent in deze context heel iets anders, namelijk: dat de Heer een oordeel over Nimrod heeft geveld. En wat voor oordeel!
Nimrod (Hebreeuws: de tegenstrever, de zich verontwaardigende), (achter)kleinzoon van Noach, werd gezien als de eerste machthebber op aarde: een geweldig jager, door niemand overtroffen. Door zijn wandaden moest hij ‘knecht der knechten’ zijn (Genesis 9). Hij ontworstelde zich echter aan het vernietigende oordeel van de Here en groeide uit tot een oppermachtige geweldenaar die zijn weerga niet kent. Hij wilde zelfs terug naar de tijd van de reuzen van vòòr de zondvloed. Daarom bouwde hij enorme steden, waaronder het beroemde Babel met zijn toren, “die tot in de hemel reikt” (Genesis 11). “…
“God kijkt mee”, zegt EO-Visie. Jazeker! En toevallig weten we door exegese ook hoe. De Here heeft eerder Zijn onverbiddelijk oordeel geveld over de arrogantie van Nimrod, in Genesis 10. Nu is het tijd om dit oordeel te voltrekken, want Babel “… is het begin van hun streven: nu zal niets van wat zij denken te doen voor hen onuitvoerbaar zijn” (Genesis 11). Dat kan de Here niet laten gebeuren. Babel gaat ten onder. Einde Nimrod. Einde verhaal.
OEPS! Het lijkt me zeer onwaarschijnlijk dat de christelijke jagers zich (willen) vereenzelvigen met deze Nimrod. Of?
Horizon verbreden
Ik ben blij dat EO-Nieuwlicht met de special over de jacht in 2018 wederom aandacht besteedt aan dit thema. Wat de christelijke jagers betreft, ik gun het hun van harte dat zij vrij zullen blijven van de geweldenaar Nimrod als rolmodel en dat ook zij de moed hebben om hun horizon te verbreden.
De theologische werken van mijn goede vriend, the Revd. Prof. Dr. Andrew Linzey (Oxford), beveel ik daarvoor zeer aan. Al 40 jaar is het zijn verdienste dat hij op basis van Bijbels-theologische en rationele gronden vanuit zijn grote liefde voor Jezus Christus (Kolossenzen 1) anderen helpt om uit de vertrouwde antropocentrische bubble te stappen, de bubble die het carnisme en speciesisme rechtvaardigt en sanctioneert.
Daarom heeft Vegan Church het idee opgevat om in 2020 gedachten uit Animal Gospel en Christianity and the rights of animals in het Nederlands taalgebied te delen in de vorm van een nieuw te schrijven boek. Het is onze wens dat velen dit zullen lezen en tot nieuwe inzichten zullen komen.
Tot slot
Meedoen in de denktank over jacht en afschot is bijna voorbij. Of we dichter tot elkaar zijn gekomen? Van harte hoop ik dat we hoe dan ook in gesprek blijven over dit thema, tot eer en glorie van God, de Schepper en getroost door de woorden van de opgestane levende Heer:”Ga heen in heel de wereld, predik het aan alle schepselen” (Marcus 16:15 | HSV)