Dieren offeren, dat is toch Bijbels?
“OFFERDIEREN en de offerdienst zijn door God Zelf ingesteld. Ze horen er in de Bijbel gewoon bij. Brandoffers, slachtoffers, het is Gods idee. Dus waar hebben jullie het eigenlijk over!?”
Zulke uitspraken hoor ik regelmatig als ik met medechristenen in gesprek ben. Ik moet altijd even slikken en in gedachten tot tien tellen. Hoezo, offerdieren horen er gewoon bij? Is men vergeten dat de tempel, inclusief de oudtestamentische offercultus, sinds 70 n. Chr niet meer bestaat? Is men er niet van op de hoogte dat het Nieuwe of Tweede Testament verkondigt dat Jezus Christus het Lam Gods is dat de zonden der wereld wegneemt (Evangelie van Johannes) en dat Zijn offer en Zijn Hogepriesterschap ons volkomen heeft verzoend met God? (brieven van Paulus, de Hebreeënbrief). Is het niet bekend dat de Here onze God in het Oude of Eerste Testament gerechtigheid verlangt? Liever dat dan al die offers (Amos en Hosea)?
In een van onze vieringen denken wij na over het fenomeen van de offerdieren. En we willen ons vooral laten inspireren door Jezus Zelf.
MARCUS 11:11
biedt een verrassend inzicht. Hier bericht het eerste Evangelie over de week voor Pesach en de laatste week van Jezus’ leven voor Zijn lijden en sterven en Zijn opstanding. Jezus komt aan in Jeruzalem. En wat dan gebeurt, vind ik frappant!
De Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) schrijft: “Hij trok Jeruzalem in en ging naar de tempel. Nadat hij alles in ogenschouw had genomen, ging hij, want het was al laat geworden, met de twaalf terug naar Betanië”. Ook andere Bijbelvertalingen en de grondtekst wijzen in die richting.
Interessant! Je zou er zomaar overheen lezen! “Wat heeft Jezus in de tussentijd daar in de tempel in ogenschouw genomen? Wat heeft Hij gezien?”, vraag ik me af. “En: wat heeft Hij gedaan?” Het staat er niet en daarom voelen we ons vrij om zelf logisch na te denken. Het lijkt ons meer dan aannemelijk, dat Jezus oog in oog staat met de ontelbare offerdieren: de lammeren die verzameld zijn om te worden geslacht voor het Paasfeest. Honderden, duizenden, tienduizenden? We weten niet hoeveel het er zijn. Maar dat het er veel moeten zijn geweest, is zeker.
Ook weten we niet of Jezus iets heeft gedaan. Daar schrijft Marcus niet over. We voelen ons dus vrij om ons voor te stellen wat onze liefdevolle Heer gedaan zou kunnen hebben. Misschien heeft Hij elk lam in de ogen gekeken, het geaaid en geknuffeld. Misschien heeft Hij samen met hen gehuild omdat Hij maar al te goed wist, waarom zij hier met zoveel duizenden tegelijk stonden te wachten op de dingen die komen gaan. Misschien heeft Hij tussen hen in gezeten, net zolang totdat het laat werd en het tijd was om te gaan. Misschien heeft Hij hen vastgehouden, hen een voor een gezegend. Alles is mogelijk! Waarom niet?
OFFERDIEREN & HET LAM GODS
Ben ik nu zweverig, doe ik aan inlegkunde? OK! Laten we terug naar wat we weten. Dit weten we 100% zeker: de lammeren zullen worden geslacht. Voor Pesach sterven zij, een voor een. Samen met het Lam Gods geven zij hun leven. En daarna is het volgens het christelijke geloof gedaan met het offeren van dieren. OEPS!
We nodigen jou uit om met ons in gesprek te gaan.